Het geesteskind van Erwin Beckers en Christiaan de Groot, van wie de laatste bij ons aan tafel zit.
Christiaan had ons al laten weten dat hij ’s middags in de Reeuwijkse Hout een afspraak had voor de Masters en er ‘wat fotografen langs zouden komen’. Wat hij voor ’t gemak – en zijn amusement, waarschijnlijk – NIET vertelde, is dat we welkom waren om aan te haken. Dat vond ik nogal wat.
De door spectaculaire juryleden beoordeelde spectaculaire foto’s uit de eerste twee ronden hadden het Nederlandse trouwfotografielandschap al flink door elkaar geschud en ik zit (helaas) niet dagelijks aan de koffie met gerenommeerde toppers als Damon Pijlman, Isabelle Hattink, Jacqueline Dersjant en Wouter van Twillert. Ik beken ruiterlijk dat ik me behoorlijk schaapachtig voelde toen ik ze een hand gaf: zoals een verlegen brugklasser die afstapt op een veel te knap meisje.
Dat Christiaan en Erwin er überhaupt in geslaagd waren om die kopstukken aan tafel te krijgen, gaf natuurlijk al aan dat de Masters ‘the real deal’ aan het worden was. Om één van de punten op de agenda kan ik met terugwerkende kracht nog steeds grinniken. Om de Facebookpost van 18 december te quoten: ‘Een Masters Event?’.
Fast forward naar 28 april. Het vraagteken is een uitroepteken geworden. In de Amsterdamse club Panama wordt een dijk van een cocktail geserveerd met als ingrediënten een kleine 100 fotografen, vier iconen en vier seminars. Oh, en een leeg erepodium. Dit evenement was immers niet alleen om te luisteren en leren, maar natuurlijk ook om te vieren. Daarover later meer.
De aftrap werd gegeven door David Murray. Dé David Murray. Een man met meer ervaring dan pakweg tweederde van de hele zaal op een hoop geveegd. Hij hield een even persoonlijk als emotioneel betoog over het ‘waarom’ en vertelde daarbij over de foto’s die hij maakte van de tevergeefse strijd van zijn zus tegen kanker.
Vervolgens werd het een stuk luchtiger met de grappige en bescheiden Marius Barbulescu, de man die de laatste jaren ogenschijnlijk achteloos Fearless Awards wint en in Amsterdam voor het eerst sprak voor een groot publiek. Hij werd opgevolgd door Franck Boutonnet, een hipster Fransman corresponderend prachtig portfolio. Ik vond het vooral amusant om hem te horen praten over het ‘Ik fotografeer vooral voor mezelf’ en daarna te luisteren naar de laatste spreker – Tyler Wirken -, die daar lijnrecht tegenover staat.
Smaken verschillen, maar ik was (weer) enorm onder de indruk van de ‘family historian who documents weddings’. Tyler heeft overduidelijk heel goed in de gaten wat zijn sterke punten zijn bovendien een heel goed verhaal. Sterker: sommige stukken in zijn betoog over ‘I fear we are missing the point’ kwamen zo hard binnen dat ik ademloos en met bonkend hart zat te luisteren. Het impromptu kennismakingsgesprek met zijn oud-studentes Marieke Zwartscholten en Susan Eikenaar was bovendien even grappig als leerzaam.
Na een copieus diner bij de lokale tapastent (ik heb voor het eerst mannelijke collega’s uit pure hongerklop aan een tafelblad zien knagen) druppelde het gezelschap Panama weer binnen en was het onderhand tijd voor het toetje: de prijsuitreiking. En wel met een gemêleerd gezelschap, want de zaal was niet alleen gevuld met fotografen die wachtten op hun eerste Masters Award of in de rats zaten of ze de top 10 zouden halen (hai Luther 😉 ), maar ook weer met de Damons, Isabelles, Jacquelines en Wouters. De fotografen die juist in spanning zaten op welke trede van het erepodium ze zouden belanden.
Luthers nagels konden al weer snel in de aangroeistand, want hij werd samen met negen andere kopstukken naar voren geroepen. De beste man werd uiteindelijk zelfs vierde, waarvoor hulde. Hij hield daarmee Ralf Czogallik (vijfde), Jacqueline Dersjant (zesde), Wouter van Twillert (zevende), Marieke Zwartscholten (achtste), Indra Simons (negende) en Ashvin Ghisyawan achter zich. Daarmee bleven er nog drie gladiatoren over, te weten één dame (Isabelle Hattink) geflankeerd door Peter van der Lingen en Damon Pijlman. Isabelle legde beslag op plek drie, waarna Damon met zijn laatste greep uit de Award-tas (en die is heeeel groot) de hoofdprijs voor zich opeiste. Met de kenmerkende brede grijns en onder luid applaus kreeg hij de zoveelste veer in zijn r##t, die daarmee verdacht veel op de achterkant van een pauw begint te lijken. Damon eindigde met zestien (!) Master Awards tegen de al even magistrale twaalf prijswinnende foto’s van Peter.
“De beste fotografen staan hier ook echt op het podium”, fluisterde collega Leonard me toe. “Dat is nu al de kracht van de Masters.” Hij heeft volkomen gelijk, en deelde daarmee terecht een heel groot compliment uit aan Christiaan en Erwin. Rest mij te zeggen: de Facebookpagina van de Masters telt bijna 1000 Likes. Jij, de lezer van dit verhaal, bent er daar waarschijnlijk al één van. Ik stel voor dat je er volgend jaar ook bij bent. Of weer bij bent. Niet alleen vanwege de gezelligheid, het netwerken en de grootheden die er spreken. Misschien klappen we volgend jaar wel voor jou.
Jesse van Kalmthout